Oostduinkerke is een dorp aan de Belgische kust (meer bepaald de Westkust) en een deelgemeente van de gemeente Koksijde. In 1135,
toen de gemeente nog Dunacapella heette, werd ze voor het eerst een
zelfstandige parochie. De naam evolueert
later naar Dunckercka. Pas in 1246 ontstond de naam Ostdunckercka Dit om het
onderscheid te kunnen maken met Duinkerke in Frankrijk.
Het noordelijke deel
van de deelgemeente, aan het strand gelegen, is een rustige badplaats middenin duinenrijen (240
hectare) die als natuurreservaat bestempeld werden.
Het zuidelijke gedeelte ligt aan de grens tussen de duinen en de Polders (gebieden onder het hoogwaterniveau die vroeger regelmatig overstroomd werden). Het was een vissersdorp waarvan de inwoners tussen twee viscampagnes hun moestuin bewerkten en wel eens duinkonijntjes stroopten. Vandaag hebben de dorpelingen zich grotendeels op toerisme en horeca gericht.
Het strand is bij laag water één kilometer breed. De afmetingen van het strand (het strekt zich uit over 30 km tot het strand van Duinkerke) en de zachte helling zijn geschikt voor het zeilwagenrijden en parakarten.
Een beetje geschiedenis:
Aan het begin van de 20ste eeuw
begon het toerisme in / en de ontwikkeling van Oostduinkerke-bad. Dit was
vooral de verdienste van twee hotels, waarvan Hotel Gauguié het langst overbleef. In 1899 werd de ‘Société civile
les dunes d’Oostduinkerke et Coxyde’ opgericht door vermogende Bruggelingen.
Die vereniging stond in voor het bouwklaar maken van de duinengrond. Toch was
het vooral na de eerste wereldoorlog dat het toerisme in Oostduinkerke echt
begon.
In deze tijd kwam ook Felix Timmermans hier op vakantie. Felix
Timmermans was een Vlaams schrijven en dichter. De artiesten en intellectuelen hadden afspraak
in hotel ‘Des Dunes’. Sportievelingen kwamen elk jaar terug voor de
internationale zeilwagenwedstrijd.
Folklore: (wat al heel lang bestaat en steeds doorgegeven wordt)
Oostduinkerke is de enige plaats ter wereld waar nog te paard garnalen gevangen worden. Tot in het midden van de twintigste eeuw gingen paardenvissers voor de kost vissen langs het strand. Nu is dit meer folklore geworden en wordt deze door de gemeente gesubsidieerde visserij enkel als toeristische attractie beoefend. De paardenvissers zijn erkend als Vlaams cultureel erfgoed en er loopt een aanvraag om ze te erkennen als UNESCO Werelderfgoed. Daarnaast worden in Oostduinkerke nog steeds garnalen gevangen met een door mankracht voortgetrokken sleepnet door de kruiers of kruwers.
Moeilijke
woorden:
§ parochie:
een kerkelijke gemeente
§ stropen:
wilde dieren vangen of schieten terwijl dat niet mag
§ horeca:
hotels, restaurants en cafés samen
§ folklore:
de overgeleverde gewoonten, liederen, verhalen enz. van een volk
De gele woorden = hieronder staat er een foto !!